5de Paaszondag (10 mei): En toch…

De liturgie van vandaag staat onder een wonderlijke spanning. Het onderwerp is ernstig (het gaat – ja – over ons eindige leven, over het sterven). De corona-crisis zit daar voor iets tussen. Toch is het geen sombere viering. Dat komt enerzijds door de apostel Paulus die in zijn brief aan de Romeinen dit thema op zo’n manier aan de orde stelt, dat het troostend werkt, versterkend, bemoedigend (Frans Van Looveren gaat daar in zijn bezinning op in). En anderzijds door de beide liederen die de bezinning omkaderen. Zij klinken opgewekt en zetten zelfs aan tot… dansen.

Een psalm voor moederdag

Het is niet het thema van deze ‘virtuele viering’, maar toch even aandacht voor dit feest. Middels een psalm, de 131ste, een prachtig gedicht over het vinden van rust.

Een pelgrimslied
van David

HEER, niet trots is mijn hart,
niet hoogmoedig mijn blik,
ik zoek niet wat te groot is
voor mij en te hoog gegrepen.

Nee, ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
als een kind is mijn ziel in mij.

Israël, hoop op de HEER,
van nu tot in eeuwigheid.


Waarom zingen wij ?

Sommige mensen zingen om hun geloof te uiten. En daar is niets mis mee. Waar het hart vol van is, daarvan stroomt de mond over. Echter, soms worden de rollen omgedraaid. Er zijn liederen die het geloof zo verwoorden, dat je – al zingend – opeens vaststelt dat je niet meer bezig bent je geloof te uiten, maar te innen, toe te eigenen. Door een geheim verbond tussen tekst en melodie maak je je al zingend de boodschap eigen: Wat je zingt wordt waar terwijl je het zingt, doordat je het zingt. Een meester in het dichten van zulke liederen was Paul Gerhardt (1607-1676): Objectief verkondigend en tegelijk persoonlijk aansprekend, warm. In dit lied vertolkt hij de boodschap van Romeinen 8,31-39: ‘Als God voor mij is, wie zal tegen mij zijn?’ Ja zelfs als alles op aarde (en in de hemel, en in het dodenrijk) samenspant om mij kapot te maken – en Gerhardt weet waarover hij schrijft – , dan nog ben ik zeker dat niets mij zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus…, de passage waar Frans Van Looveren over mediteert.

Een lied van Paul Gerhardt: Is God de Heer maar voor mij….

De melodie waarop dit lied gezongen wordt, gaat terug op een Engelse ballade uit de jaren 1590, die door Engelse toneelspelers vaak is gebruikt om teksten op te zetten (en te laten zingen). Beroemde musici als William Byrd, John Dowland, en Samuel Scheidt hebben deze melodie bewerkt. Ze staat bekend als ‘Rowland‘ (Fitzwilliam Virginal Book) en/of ‘Lord Willoughby’s Welcome Home (My Lady Nevell’s Book). Die Lord Willoughby was overigens de Engelse legeraanvoerder die in 1588 bij Bergen op Zoom de opmars van Alexander Farnese heeft gestuit, drie jaar na de Val van Antwerpen. Meer over die Lord en de ballade leest u hier

De uitvoering door The Playfords geeft aan de melodie haar originele cadans terug: die van een dans, heel toepasselijk voor het laatste couplet. De gezongen – Duitse – tekst (5 coupletten) kunt u in de video meelezen. De vertaling vindt u hieronder. De video bevat ook nog wat achtergrondinfo.

Tekst: Is God de Heer maar voor mij (Epistellezing: Romeinen 8, 31-39)

Paul Gerhardt’s Trost- und FreudenliedUit Romeinen hoofdstuk 8
 Ist Gott für mich so trete
gleich Alles wider mich,
so oft ich sing und bete,
weicht Alles hinter sich.
Hab ich das Haupt zum Freunde
und bin geliebt bei Gott,
was kann mir tun der Feinde
und Widersacher Rott?
Is God de Heer maar voor mij,
wat zou mij tegen zijn?
Ik roep: ach Here, hoor mij!
en wat mij kwelt wordt klein.
al heeft zich ook verheven
de macht van hel en dood,
ik heb voor heel mijn leven7
in God mijn bondgenoot.
Nun weiß und glaub ich feste,
ich rühm’s auch ohne Scheu,
daß Gott, der Höchst und Beste,
mein Freund und Vater sei,
und daß in allen Fällen
er mir zur Rechten steh,
und dämpfe Sturm und Wellen
und was mir bringet Weh. 
Dit weet ik vast en zeker,
dat mij de Heer bemint,
dat Hij mijn deel, mijn beker,
mijn Vader is, mijn vriend,
dat Hij geen kwaad kan willen,
dat Hij mij bij wil staan,
dat Hij de storm zal stillen,
mijn vijand zal verslaan.
Die Welt die mag zerbrechen,
du stehst mir ewiglich,
kein Brennen, Hauen, Stechen
soll trennen mich und dich;
kein Hunger und kein Dürsten,
kein Armuth, keine Pein,
kein Zorn der großen Fürsten
soll mir ein Hind’rung sein.
Wat er mij ook gebeure,
in eeuwigheid zijt Gij,
en wat ter wereld, Here,
zou scheiden U en mij?
Al tonen zich verbolgen
de groten van de tijd,
geen honger of vervolging,
niets dat mij van U scheidt.
Kein Engel, keine Freuden,
kein Thron, kein Herrlichkeit,
kein Lieben und kein Leiden,
kein Angst und Herzeleid,
was man nur kann erdenken,
es sei klein oder groß,
der’r keines soll mich lenken
aus deinem Arm und Schoß.
‘t Zij engelen of machten,
Gij maakt mij van hen vrij.
Der diepten donk’re krachten,
der hoogten hovaardij,
zij mogen mij verdrukken
en doden, Gij houdt stand;
zij kunnen mij niet rukken,
Heer Jezus, uit uw hand.
Mein Herze geht in Sprüngen?
und kann nicht traurig sein,
ist voller Freud und Singen,
sieht lauter Sonnenschein.
Die Sonne, die mir lachet,
ist mein Herr Jesus Christ;
das, was mich singen machet,
ist, was im Himmel ist.
 Mijn hart wil blij opspringen,
het kan niet treurig zijn,
ik lach en loop te zingen
in louter zonneschijn.
De zon die staat te stralen,
o Jezus, dat zijt Gij.
Ik dank U duizendmalen,
wat zijt Gij goed voor mij!
Evang.-Lutherisches Gesangbuch 395
selectie van de coupletten
Paul Gerhardt, Christliches Trost- und Freudenliedm aus dem 8. Capitel an die Römer. Eerste editie in Johann Crüger, Praxis Pietatis Melica (Berlin, 1653). Nederlands: Liedboek voor de Kerken, gezang 90, vertaling: Ad den Besten. Meer over Paul Gerhardt kunt u hier lezen.

Bezinning: En toch …

Als er iets is dat in deze coronatijden weer open en bloot ligt, dan is dat wel onze kwetsbaarheid. Onze zekerheid zijn we kwijt; ook als we ons best doen om de regels te volgen kan het virus ons nog onverwacht overvallen. Velen onder ons zijn bovendien risicopatiënt. En de verhalen die we horen over het ziekteverloop zijn bepaald niet geruststellend. Misschien zijn er al goede vrienden of familieleden overleden aan het virus…
Deze tijd is een tijd waar veel mensen zich, in de eenzaamheid van de quarantaine, vragen stellen. Wat is het leven breekbaar! Wat is voor mij echt belangrijk? Maak ik mij niet te veel druk over futiliteiten? Moet ik mijn manier van leven niet veranderen? En wat als het mij overkomt? Wat als ik het niet overleef? Zink ik dan weg in het zwarte gat van het niets? Wat met mijn geliefden die ik achterlaat?
En daar situeert zich de vraag: is er iets of iemand die mij aan de andere zijde opvangt na mijn allerlaatste eenzame tocht? Er is een tijd geweest waarin het antwoord lag op een vaste plek in de schuif van de geloofswaarheden. Het lag er al klaar, nog voor we de vraag gesteld hadden. Maar dat antwoord verpletterde de vraag zelf. En dat kan niet meer vandaag. Wij aanvaarden dat niet.
Is er hoop voor ons? Was darf ich hoffen? vroeg de grote filosoof Immanuel Kant zich af.
Niemand kan iets bewijzen. Het enige wat wij kunnen doen is ons hart openen voor beloftevolle woorden die bijna tweeduizend jaar oud zijn, of ouder zelfs. Eén van die krachtige teksten komt uit de brief die Paulus aan de Romeinen schreef.

Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer

Romeinen 8, vers 39.

Wat er ook gebeurt, ook op het zwartste moment van ons leven, ook als de paniek om zich heen grijpt, ook wanneer we ons leven aanvoelen als een halve of hele mislukking, ook wanneer er geen enkel perspectief meer is, horen we bij Paulus: En toch. En toch is er hoop, toch is er licht, toch is er is perspectief, toch is er toekomst. Wie op deze woorden van harte ingaat, krijgt een ‘boost’ voor het leven hier op aarde over alle negativiteit heen, ook in coronatijd. En als ik over de grens ga waarvan niemand terugkeert, zal Hij mij opwachten en verwelkomen. Hoe? waar? En wat is dat dan juist? Ik weet het niet, en het houdt me niet eens bezig. Maar het zal goed zijn. We zijn gedragen door de liefde die zelfs de dood overwint. Grote woorden die doods en leeg worden als je ze wil uitleggen. Die we alleen maar kunnen bezingen.Zoals de Nederlandse dichter Ad den Besten doet in het kleine danklied:

Gij hebt, o God, dit broze
bestaan gewild,
hebt boven ‘t nameloze
mij uitgetild, –

laat mij dan dankbaar leven
de volle tijd,
geborgen in de beven-
de zekerheid,

dat ik niet uit dit smal en
onvast bestand
van mijn bestaan zal vallen
dan in uw hand.

Geniet van de zondag,
Frans Van Looveren

‘Het Klein Danklied’ is ook te beluisteren in een gezongen versie: https://www.youtube.com/watch?v=6uCtwfG5J7g


Lied: In dir ist Freude / Geest van hierboven

Giovanni Gastoldi componeerde en publiceerde in 1591 het amoureuze dansliedje ‘O Lieta vita’ ( Baletti a cinque voci… per cantare, sonare e ballare… om te zingen, spelen en dansen.) Het werd een echte hit, 4 eeuwen geleden. Ieder land en iedere taal deed er het zijne mee. Het Italiaanse origineel is een loflied op de Liefde (Amor) die ons uitnodigt tot een ‘vreugdevol leven’ (lieta vita). Ook de kerk wilde de aanstekelijke melodie niet links laten liggen. Nicolaus Lindemann dichtte het ernstig-opgewekte lied: ‘In dir ist Freude / in allem Leide, O du süsser Jesu Christ!’ (in Amorum Filii Dei Decades Duae (3 delen: Erfurt, 1594, 1596, 1598 – vol religieuze contrafacten van Italiaanse madrigalen). Dit was toen dus een modern geestelijk liedje. Ook hier is Romeinen 8 prominent aanwezig. Dit lied werd in Duitsland een klassieker. Bachs koraalbewerking uit het Orgelbüchlein is zeer bekend èn geliefd.

Eind jaren 1960 gaf de liedboekcommissie in Nederland Muus Jacobse de opdracht om het lied van Lindemann te bewerken voor het Nieuwe Lieboek (1973). Een bewerking lukte niet,. Een lied kwam er echter bijna vanzelf uit… Het is een topper geworden, ‘Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht’ (Liedboek gezang 477 / Zingt Jubilate 433). Het eerste couplet klnkt nu als een Pinksterlied, maar zeker in het tweede couplet klinkt nog steeds de krachtige belijdenis van Paulus door uit Romeinen 8.

De uitvoering vindt plaats in een oecumenische viering ter ere van het Lutherjaar (2017) in Nürnberg. Lastig zingen, zo’n dansliedje met een volle kerk en royale akoustiek, maar met een goed koor en Cappela della Torre op period instruments kom je een heel eind.

Tekst: Duits-Nederlands

In dir ist Freude
in allem Leide,
O du süsser Jesu Christ!
durch dich wir habben
himmlische Gaben,
der du wahrer Heiland bist:
Hilfest von Schanden,
rettest von banden;
wer dir vertrauet,
hat wohl gebauet,
wird ewig bleiben.
Halleluja.
Zu deiner Güte
steht unser Gmüte,
An dir wir kleben
in tod und Leben,
nichts kann uns scheiden.
Halleluja
Geest van hierboven,
leer ons geloven,
hopen, liefhebben door uw kracht!
Hemelse Vrede,
deel U nu mede
aan een wereld die U verwacht!
Wij mogen zingen
van grote dingen,
als wij ontvangen
al ons verlangen,
met Christus opgestaan.
Halleluja !
Eeuwigheidsleven
zal Hij ons geven,
als wij herboren
Hem toebehoren,
die ons is voorgegaan.
Halleluja !
 Wenn wir Dich haben,
kann uns nicht schaden
Teufel, Welt, Sünd oder Tod;
Du hast’s in Händen,
kannst alles wenden,
wie nur heißen mag die Not.
Drum wir Dich ehren,
Dein Lob vermehren
mit hellem Schalle,
freuen uns alle
zu dieser Stunde.
Halleluja!
Wir jubilieren
und triumphieren,
lieben und loben
Dein Macht dort droben
mit Herz und Munde.
Halleluja.
Wat kan ons schaden,
wat van U scheiden,
Liefde die ons hebt liefgehad ?
Niets is ten kwade,
wat wij ook lijden,
Gij houdt ons bij de hand gevat.
Gij hebt de zege
voor ons verkregen,
Gij zult op aarde
de macht aanvaarden
en onze koning zijn.
Halleluja !
Gij, onze Here,
doet triomferen
die naar U heten
en in U weten,
dat wij Gods zonen zijn.
Halleluja !

Geniet van uw zondag, en het leven dat God u geeft…


Sortie

En als sortie nog een jazzy versie van het laatste lied…. Je moet ervan houden, maar ‘t is eens wat anders.

liedkeuze en toelichting: Dick Wursten