Tedere waakzaamheid

29 november 2020 : Het is vandaag de eerste advent. Het Marcus-jaar begint. Opnieuw klinkt in de evangelielezing het appèl om ‘te waken’. Lucas Lissnyder mediteert over deze tekst. Zijn persoonlijke getuigenis wordt beantwoord met muziek: Elly Ameling zingt de aria ‘Bist du bei mir. Verder: wat zou de eerste advent zijn zonder het koraal ‘Nun komm der Heiden Heiland, Martin Luthers vertaling van de oud-kerkelijke hymne: Veni redemptor gentium.

Ongetwijfeld zou Emmanuel Van Kerckhoven Bach’s magistrale koraalbewerking gepeeld hebben op het orgel. De klank, het effect, dat deze muziek in de ruimte van de kerk heeft, valt haast niet over te brengen in de huiskamer. Een ander orgel te laten klinken op deze pagina is ook vreemd. Daarom dat we gekozen hebben voor een intieme uitvoering van dezelfde partituur op de piano bij Vladimir Horowitz thuis. Hij speelt de bewerking van Ferruccio Busoni (1866-1924).

Busoni heeft Bach’s voor piano bewerkt. Zijn transcripties van orgelwerken noemde hij ‘Übertragungen’ omdat de toonvorming zo anders is, dat hij in de partituur moest ingrijpen om een bevredigend resultaat te bekomen.

Emmanuel Van Kerckhoven is des namiddags de handschoen opgenomen en alsnog een opname gemaakt: Een vrije improvisatie over de koraalmelodie

Nun komm, der Heiden Heiland
Nun komm, der Heiden Heiland,
der Jungfrauen Kind erkannt,
dass sich wunder alle Welt,
Gott solch Geburt ihm bestellt.
Kom tot ons, de wereld wacht,
Heiland, kom in onze nacht.
Licht dat in de nacht begint,
kind van God, Maria’s kind.
Martin Luther (strofe 1)herdichting: J.W. Schulte Nordholt

Evangelielezing voor de eerste Advent (B-jaar)

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Weest op uw hoede, weest waakzaam; want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is. Het is ermee als met een man die in het buitenland vertoeft. Bij het verlaten van zijn huis heeft hij aan zijn dienaars het beheer overgedragen, aan ieder zijn taak aangewezen en de deurwachter bevolen waakzaam te zijn. Weest dus waakzaam, want ge weet niet wanneer de heer des huizes komt, ‘s avonds laat of midden in de nacht, bij het hanegekraai of ‘s morgens vroeg. Als hij onverwachts komt laat hij u dan niet slapend vinden. En wat Ik tot u zeg, zeg Ik tot allen weest waakzaam!’
Marcus 13:33-37

Overdenking: Tedere waakzaamheid

Weest waakzaam…
In de tijd dat je nog zorgeloos naar de Provence kon reizen werd je onderweg begeleid door “Radio Vinci Autoroutes” op 107 FM. Op drukke plaatsen, zoals de vallei van de Rhône werd je gewaarschuwd voor obstakels op de weg of voor stilstaand verkeer. Een keertje waarschuwde de omroeper zelfs voor een koe op de rechterrijstrook ter hoogte van Avignon, waarna hij, wellicht door de stress, de slappe lach kreeg. “Soyez vigilants” hoorde je dan voortdurend op de radio. “Weest waakzaam” roept de evangelist ons vandaag ook in de oren…Maar waakzaamheid op de weg betekent eerder “voorzichtig zijn”. Wil Jezus ons aanmanen tot een voorzichtig leven? Zo’n beetje bang voor wat komt? Ik denk het niet. Waakzaamheid heeft namelijk ook een diepere zin.

Waken bij…
In al die jaren dat ik als pastor gewerkt heb in het ziekenhuis zag ik vele mensen waken bij hun dierbaren. Waken wil hier veel meer zeggen dan louter voorzichtig zijn. Het houdt veeleer in dat je gewoon aanwezig bent. Toen mijn moeder stervende was en in een soort coma belandde, was ik daar, elke dag opnieuw. Veel kon ik niet doen. Het materiële en de verzorging gebeurde door de verpleging. Heel toegewijd en liefdevol, mijn moeder aansprekend bij haar naam ook al was ze niet bewust. En ik? Ik was er gewoon. Bij haar! Ook al las ik een boek, één oog en één oor bleef op haar gericht om elke verandering te kunnen inschatten. Ik bleef alert en toch vredig vanbinnen.

Dit soort van waakzaamheid heeft veel meer weg van een overgave. Zo van: “laat maar gebeuren, ik ben er klaar voor.”

Nabijheid
Als een deurwachter moet ik waakzaam zijn en niet in slaap vallen”, staat er te lezen in het evangelie. Hoe doe je dat als gelovige? Ik kan dit niet anders begrijpen dan als een soort tedere nabijheid. En ja, ook weer die overgave. De meesten onder u weten wellicht dat ik vorige zomer een zware openhartoperatie heb ondergaan. Op de vooravond begon ik te piekeren wat leidde tot een soort van paniekaanval. Er liepen allerlei rampscenario’s door mijn hoofd. Ik wist immers hoeveel er kon misgaan tijdens en na een operatie. Je tekent zelfs een document waarin je het ziekenhuis niet aansprakelijk stelt voor geleden schade! Tot er een troostend zinnetje door mijn hoofd schoot: ”Wees maar niet bang, IK ben bij u”.

Overgave
Geloof het of niet maar alle angst viel van mij af. Ik gaf mij over in Zijn handen en in die van de chirurg. Zelfs mogelijk doodgaan leek mij niet meer zo erg. Hij hield mij stevig vast, dat voelde ik wel. In feite is het allemaal heel eenvoudig: ons levenslot is grillig en onvoorspelbaar. Voor al dat ongewisse zijn we bang. Terecht. Ons wakend geloof is daarin een tegenkracht: “Kom Heer Jezus kom”, is al genoeg om Jezus op te roepen want dan komt Hij.

“Tedere waakzaamheid”, is een naar mijn gevoel juiste term. Het is de olie in onze lampen of het licht voor onze ogen. Laten we, ondanks de vele bedreigingen op onze planeet en in ons persoonlijk leven, elkaar blijven bemoedigen om teder waakzaam te blijven. Voorbereid op Zijn komst:

“KOM, HEER JEZUS, KOM”.

Lucas Lissnyder


Bist du bei mir / Als jij maar bij me bent

1972, Elly Ameling (zang), Dalton Baldwin (piano). Aria van Gottlieb Stölzel, zoals genoteerd in het Notenbüchlein van Anna Magdalena Bach.
Bist du bei mir
Bist du bei mir, geh’ ich mit Freuden
zum Sterben und zu meiner Ruh’.
Ach, wie vergnügt wär’ so mein Ende,
es drückten deine [lieben] schönen Hände
mir die getreuen Augen zu!
Als jij maar bij me bent, ga ik met vreugde
mijn dood tegemoet, en mijn rust.
Ach, wat zou dat een zalig einde zijn
als jouw [lieve] mooie handen
mijn trouwe ogen zouden toedrukken!
Aria uit ‘Diomedes’ van G. Stölzel. (ca. 1718).

De tekst en melodie zijn afkomstig uit een opera van Gottfried Stölzel (een van Bach’s voorgangers in Leipzig). De opera heette “Diomedes, Oder: die Triumphierende Unschuld”. Lange tijd is ze aan Bach toegeschreven (ook in de officiële edities), en komt dus voor in de ‘Bach Werke Verzeichnis’ (BWV) onder het nummer 508. In 1915 vond men echter het manuscript terug van een aantal aria’s uit de genoemde opera van Stölzel. Hiermee was bewezen dat het hier niet om een compositie van Bach zelf gaat. Het betreft een zetting voor zangstem (sopraansleutel) en basso continuo. Het staat in het tweede muziekboekje van Anna Magdalena Bach uit 1725 (in de video ziet u beide pagina’s). Was het misschien een favoriete aria van Anna Magdalena, zelf zangeres? Vaak meent men dat het om een religieuze belijdenis gaat, maar zowel in de opera als in Bach’s boekje is het een menselijke liefdesverklaring. Ik ken me ergere vergissingen voorstellen.

Dick Wursten