Wezenzondag: goddelijke pedagogie

Reculer pour mieux sauter, zo luidt een Frans gezegde. Dat verstaan we: je moet soms wat achteruitgaan – een langere aanloop nemen – om verder te kunnen springen. Hemelvaart en Pinksteren: Reculer….God trekt zich terug (Jezus is er niet meer: fysiek) om des te effectiever aanwezig te kunnen zijn (geestelijk). Daarover een meditatie, ingebed tussen twee muzikale klassiekers: 1. Veni Creator Spiritus (een vroeg middeleeuws lied in de versie van Martin Luther) en 2. With a little help from my friends (een laat modern lied van de Beatles, in de versie van Joe Cocker).

De weg naar Emmaüs, Janet Brooks-Gerloff (1992)

Wezenzondag

De zondag van vandaag ligt er wat verweesd bij, zo tussen tussen Hemelvaart en Pinksteren. Christus is weg. Hij verschijnt niet meer aan de zijnen (door Lukas gemarkeerd met het verhaal van de Hemelvaart, de andere evangelisten zijn hier niet zo stellig). Tegelijk is zijn Geest nog niet over hen vaardig geworden. Ze zitten a.h.w. in niemandsland. Ze voelen zich verlaten, aan hun lot overgelaten. Daartegenover staat het woord van deze zondag: ‘Ik zal u niet als wezen achterlaten, ik keer terug’ Alleen, dat zal anders zijn dan voorheen. Niet meer als een fysieke persoon, maar als een ‘dritte im Bunde’, een metgezel die je van opzij aanspreekt. Een woord, dat creatief, bemoedigend, troostend, vermanend kan zijn. Zoals van een vriend, een helper. Het gebed om het doorbreken van die g(G)eest met zijn ‘gaven zevenvoud’ (ontleend zoals zo vaak aan een creatieve interpretatie van een Joodse profetie) opent de bezinning op dit thema.

Lied: Kom schepper God

Uitvoerenden: Martinicantorij Sneek o.l.v. Gerben van der Veen; Dirk Donker, orgel (bron: KRO-NCRV)

Bezinning: Weggaan om te kunnen helpen…

Het is beter voor u, dat ik wegga…, zegt Jezus tot zijn leerlingen (Johannes 15). Nou, daar zijn zij het niet mee eens. De gedachte alleen al dat Jezus hen zou verlaten, maakt hen intriest. Ze kunnen niet zonder hem. Ze hebben hem nodig. Hoe zou dat dan ‘beter voor hen kunnen zijn, dat hij weggaat? Toch is dat zo, houdt Jezus vol. Als hij zou blijven (zo, zoals hij met hen op aarde rondwandelde), dan zou hij een sta-in-de-weg worden voor hun verdere ontwikkeling… Hij zal bij hen zijn, maar op een andere manier. We raken hier aan een stukje ‘goddelijke pedagogie’. God wil niet dat wij als onmondige kinderen braaf doen wat hij zegt (zonder daar verder veel over na te denken en vragen bij te stellen). Hij wil dat wij volwassen gelovigen worden, christenen (‘mensen van de weg van Christus’) die in vrije keuze hun leven inrichten in ‘zijn geest’.

De uitspraak zelf – het is beter voor u dat ik wegga – zou een zin kunnen zijn van een vader tot zijn zoon, een moeder tot haar dochter (of in andere gender-combinaties), op een scharniermoment in het leven. Je geeft ze alle bagage mee, die je denkt dat ze nodig hebben, je leert ze met woord en daad, vertellend en voorlevend, wat goed en kwaad is – tenminste dat probeer je – en dan hoop je dat ze zelf voortaan -ook wanneer je er niet bij bent – al levend het goede zullen doen. En dan, dan moet je ze loslaten, laten gaan. Je gaat weg, je laat los. Dat is het cruciale moment. Dan wordt de opvoeding getest. Dan blijkt of ze effect heeft gesorteerd. Zolang de ouders nog lijfelijk aanwezig zijn, hun oog nog alles ziet, zolang zal het alles wel gaan (of weet je niet zeker of de kennis verinnerlijkt is, de habitude eigen gemaakt). Maar van het moment dat er afstand wordt gecreëerd (de ouders weggaan) komt aan het licht of de kinderen op eigen benen kunnen staan volwassen zijn (enfin, voorzover je dat ooit kunt zijn). En niet alleen dat: dan wordt ook duidelijk of zij in de geest van hun ouders verder door het leven zullen gaan. Wij vinden dus een pedagogische wetmatigheid

Juist aan degenen die je nauw aan het hart liggen moet je ruimte geven om hun eigen leven te leiden. En dan is het soms ‘beter voor hen, dat je weggaat’… ookal zeggen zij van niet.

En dit geldt ook in het geloof: Een geestelijk leider die naam waardig zal op tijd en stond terugtreden om ruimte te geven aan zijn volgelingen: Het is beter voor u, dat ik nu wegga... Nu is het aan jullie! Zegt die leider dat nooit, dan leidt hij een secte. Ook tussen Jezus en de discipelen moet er dus afstand komen, ruimte geschapen worden opdat zij volwassen christenen kunnen worden. De pijn en de droefheid die erbij horen, en die ook in het evangelie van Johannes duidelijk voelbaar zijn, moeten geaccepteerd worden. Het zijn groeipijnen, geestelijke groeipijnen… weeën die horen bij de geboorte van de nieuwe mens, de volwassen gelovige. Alleen zo kan er voortgang zijn, kunnen de komende dingen geschieden. Dat geldt in het gewone leven, maar ook in het geestelijk leven. Wat de discipelen betreft moet dus de gestalte van het intieme samenzijn met de Heer afgebroken worden, dat doet pijn, want het was zo fijn, zo goed… Die besloten eenheid moet opengebroken worden. Er moet een nieuwe verhouding tussen Jezus en de zijnen ontstaan, zodat er een open, bredere vorm van samenzijn kan groeien. Niet meer lijfelijk samenleven, maar leven in de geest van de Heer.

Christus neemt afstand van de zijnen, niet omwille van de afstand, maar omwille van het vinden van een nieuwe verhouding tot elkaar: verbonden met een geestelijke band.

In het leven kun je op een geestelijke wijze verbonden blijven met degenen die er niet meer zijn (je ouders, een partner, een vriend) Dat doe je niet door ze te bevriezen in een herinnering, op te sluiten in het verleden, maar door zelf verder te leven in hun geest, toekomstgericht. Dat kan troostrijk zijn maar ook wel eens kritisch, appellerend. In het geloof is het precies zo: Je sluit Jezus niet op in het verleden maar je neemt hem mee, door in zijn geest verder te leven. Troostrijk, maar ook appellerend. Het woord dat in onze vertaling met ‘Trooster’ is vertaald, paracleet, kan ook ‘interpellant’ zijn. Vertroosting en vermaning zijn beide in het Griekse woord besloten: para-kleet. De betekenissen komen samen in de vertaling die nu vaak gebruikt wordt: Helper. Het is beter voor u, dat ik wegga…. Anders kan die ander, de ‘Helper’, niet tot u komen.

Jezus is niet meer lijfelijk beschikbaar, aanraakbaar op aarde. Maar dat betekent niet dat Hij er niet meer is. Hij is nu in de gestalte van de Heilige Geest nog altijd in ons midden, om ons te helpen. Daar kun je heel mysterieus en moeilijk over doen, maar dat hoeft niet. “De Geest – zo schrijft Johannes – neemt het uit Christus en laat ons gewaarworden waar Jezus voor staat. Wij worden aangemoedigd om nu ook zelf – uit eigen beweging, van binnenuit – in de geest van Christus met elkaar samen te leven. Een geestelijke band bindt ons met Hem en met elkaar, geen fysieke. Dat is niet erg, dat is zelfs beter. Op de lange duur is een geestelijke band sterker dan een lichamelijke. Mensen, personen, figuren met wie je geestelijk verbonden bent (vrienden, geloofsgenoten, compagnons de route, maar ook degenen die je zijn voorgegaan, en die er lijfelijk niet meer zijn, dichtbij en ver weg) zij helpen je door het leven…


Gebed

Heer Jezus,
nu wij niet kunnen samenkomen om uw sacramenten te vieren:
blijf bij ons met uw Woord van liefde en leven.

Heer Jezus,
nu velen van ons zich eenzaam of moedeloos voelen,
of verdrietig om het afscheid van een geliefde:
blijf bij ons met uw tekens van hoop en troost.

Heer Jezus,
nu velen hunkeren naar wat meer sociaal contact,
of zoeken naar evenwicht tussen gezin en werk:
blijf bij ons met uw wijsheid en mildheid.

Heer Jezus,
nu velen wereldwijd nog steeds de strijd aangaan
met dit virus dat zovele slachtoffers maakt:
blijf bij ons met uw zegen en kracht.

Heer Jezus,
nu wij deze bijzondere paastijd vieren en uitzien naar Pinksteren:
kom bij ons met uw Geest die leven geeft en ons in liefde zendt.


Lied: With a little help from my friends

Luther vond dat alle goede muziek van God komt. Hij weigerde daarbij onderscheid te maken tussen werelds en geestelijk. Ook keurde hij geen enkel muziekgenre op voorhand af. Er is enkel ‘goede en slechte’ muziek. En het kenmerk van goede muziek is dat het je overeind houdt als je dreigt te vallen. En als je toch bij de pakken neerzit dan helpt het je weer op de been. Muziek is een Trooster, een Helper. John Lennon en Paul McCartney schreven het lied over hoe je er wel doorheen komt (get by) with a little help from your friends in 1967. Zij stellen de vragen, Ringo antwoordt. Het lied van de Beatles kreeg echter pas vleugels toen Joe Cocker er zich over ontfermde. Hij veranderde de 4/4 maat in 6/8 en vertraagde het tempo (en nog veel meer…). Hij zette het naar zijn hand, zijn hart. Toen Paul McCartney deze versie voor het eerst hoorde, schijnt hij gezegd te hebben “it was just mind blowing, he totally turned the song into a soul anthem.” Goed gezegd, Paul.

Joe Cocker, met z’n grain de la voix, 31 oktober 1980, Berlijn

What would you think if I sang out of tune?
Would you stand up and walk out on me?
Lend me your ears and I’ll sing you a song
And I’ll try not to sing out of key

Oh, I get by with a little help from my friends
Mm, I get high with a little help from my friends
Mm, gonna try with a little help from my friends

What do I do when my love is away?
Does it worry you to be alone?
How do I feel by the end of the day?
Are you sad because you’re on your own?

No, I get by with a little help from my friends
Mm, get high with a little help from my friends
Mm, gonna try with a little help from my friends

Do you need anybody?
I need somebody to love
Could it be anybody?
I want somebody to love

Would you believe in a love at first sight?
Yes, I’m certain that it happens all the time
What do you see when you turn out the light?
I can’t tell you, but I know it’s mine

Oh, I get by with a little help from my friends
Mm, get high with a little help from my friends
Oh, I’m gonna try with a little help from my friends…


samensteling: Dick Wursten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *