De vermoorde onschuld

Overdenking bij gedenkdag van de ‘onschuldige kinderen

28 december = Onnozele Kinderen (‘onnozel’ = oud Nederlands voor ‘onschuldig’).

Het verhaal van de kindermoord te Bethlehem hoort bij Kerst (zoals de schaduw bij het licht), zodat we meenden hier vandaag aandacht aan te moeten besteden. We doen dat door het verhaal te lezen (met behulp van de ‘Kerst-vertelling’ van Heinrich Schütz) en een meditatie van Frans Van Looveren. Vooraf een kerstlied van Joost van den Vondel en na de meditatie een aria van Johann S. Bach.

O, kerstnacht schoner dan de dagen
Hoe kan Herodes ‘t licht verdragen
Dat in uw duisternisse blinkt
En wordt gevierd en aangebeden
Zijn hoogmoed luistert naar geen reden
Hoe schel die in zijn oren klinkt
Hij poogt d’ onnooz’le te vernielen
Door ‘t moorden van onnooz’le zielen
En wekt een stad en land geschrei
In Bethlehem en op de akker
En maakt de geest van Rachel wakker
Die waren gaat door beemd en wei
Bedrukte Rachel schort dit waren
Uw kind’ren sterven martelaren
En eerstelingen van het zaad
Dat uit uw bloed begint te groeien
En heerlijk tot Gods eer zal bloeien
En door geen wreedheid en vergaat
Joost van den Vondel: ‘Rei van de Clarissen‘ => slot van de 3de acte van het toneelstuk Gysbrecht van Aemstel.

Evangelielezing: Mattheüs 2: 13-18

Na hun vertrek verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en sprak: “Sta op, neem het kind en zijn moeder, vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik u waarschuw, want Herodes komt het kind zoeken om het te doden.”  Hij stond op en week in de nacht met het kind en zijn moeder naar Egypte uit.  Daar bleef hij tot aan de dood van Herodes, opdat in vervulling zou gaan wat de Heer gesproken had door de profeet: Ik heb mijn zoon geroepen uit Egypte Zodra Herodes bemerkte, dat hij door de Wijzen om de tuin geleid was, ontstak hij in hevige toorn; hij zond zijn mannen uit en liet in Betlehem en heel het gebied daarvan al de jongens vermoorden van twee jaar en jonger, in overeenstemming met de tijd waarnaar hij de Wijzen nauwkeurig had gevraagd.  Toen ging in vervulling het woord dat door de profeet Jeremia gesproken was:  

Een klacht werd in Rama gehoord, geween en luid gejammer:
Rachel, wenend om haar kinderen, wil niet getroost worden,

omdat zij niet meer zijn …

[in het onderstaande fragment begint Rachels klacht bij 0:56]

Terwijl de evangelist het verhaal vertelt (zingt), wordt in beeld de rouwklacht van Rachel over haar kinderen verbonden met de Joodse, Sinti en Roma kinderen die tijdens de 2de Wereldoorlog zijn omgebracht. De Bijbelvertaling die u in beeld ziet is een Nederlandse vertaling (1648) van de Lutherbijbel.

Overdenking: De vermoorde onschuld

‘De vermoorde onschuld’ is een gevleugeld woord in onze taal. Maar het klinkt altijd negatief: zij wordt gespeeld. Ze is niet echt. De vermoorde onschuld heeft iets te verbergen. Hij/zij wil er schoner uitkomen dan hij/zij in werkelijkheid is. In de kern gaat men er dus vanuit dat niemand onschuldig kan zijn …

… tenzij kinderen, baby’s eigenlijk, peuters, kleuters. Zoals de baby’s en peuters uit het evangelieverhaal van Mattheüs, waar Herodes zijn soldaten beveelt om alle kinderen onder de twee jaar in Bethlehem en omgeving te doden. Nadat hij door de drie zoekende Magi (priesters/astrologen uit Perzië) om de tuin is geleid, hoopt hij op die manier ook de nieuwgeboren koning uit de weg te ruimen. De rest is ‘collateral dammage’. Herodes verdraagt geen concurrentie, en dus doodt hij de onschuld. Niet die van hemzelf, want die heeft hij al heel lang verloren. Wel die van onmondige (katholieken spreken in oud-Nederlands van ‘onnozele’) kinderen.

Matheüs vertelt hoe Jezus eraan ontsnapt: een bewaarengel verwittigt Jozef dat hij met Maria en het kind naar Egypte moet vluchten. En op het ogenblik dat de kindermoord plaats heeft, is Jezus al met zijn ouders op weg. Een beetje kort door de bocht misschien, maar toch: Jezus is op dat ogenblik het kind van politieke vluchtelingen.

Miniatuur uit een handschrift van 1350.

Even een zijsprongetje: ik las daarstraks nog ergens een reactie op dit verhaal: het zou niet historisch zijn. Dat zou best kunnen. Het verhaal is niet (zozeer) historisch, dan wel theologisch. De evangelist wil een profetie van Hosea op Jezus toepassen: ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen’. (Hosea 1,11). Oorspronkelijk werd met deze woorden het Joodse volk bedoeld, maar de evangelist betrekt ze op Jezus. Hij is de vervulling van de profetie van Hosea. En dus laat Mattheüs hem als peuter in Egypte verblijven, en dan na de dood van Herodes met zijn ouders terugkomen naar Nazareth.

Terug naar de vermoorde onschuld. Het is nog maar de vraag of de kindermoord in Bethlehem ook niet symbool staat voor alle vermoorde kinderen, ook die van vandaag. Oorlogen sparen geen kinderen, geen baby’s, geen peuters, geen kleuters, geen… En in de jammerklacht die Mattheüs bij de kindermoord laat opstijgen klinkt het diepe verdriet door van alle moeders in de geschiedenis, en ook van alle geschilderde en gebeeldhouwde pieta’s die hun vermoorde kind in de armen houden. Jammer genoeg is er geen einde aan de vele mogelijke toepassingen.

De onschuldige Jezus ontsnapt dus aan de kindermoord. Maar dat is voor hem slechts een uitstel van pakweg 30 jaar. De machten die hem van meet af aan al naar het leven stonden, zullen later met meer succes toeslaan. Bethlehem ligt blijkbaar niet zover van Golgotha. De vermoorde onschuld is het snijpunt waar Kerstmis en Goede Vrijdag elkaar ontmoeten. De kleuters in Bethlehem kwamen gewelddadig om. Jezus wordt een volwassen man, maar in tegenstelling tot de andere mensen in heel de geschiedenis, maakt hij zich nergens schuldig. Ook hij wordt de vermoorde onschuld. Letterlijk. Zonder vals te spelen. Met dit grote verschil: bij Jezus gaat het om een onschuld die op de proef is gesteld. Zij heeft een ongeziene puurheid die uitmondt in grenzeloze liefde. Een puurheid die Bach heeft verklankt in zijn Matheüspassie, als hij de sopraan laat zingen : Er hat uns allen wohlgetan, aus Liebe will mein Heiland sterben. Von einer Sünde weiss er nicht … Begeleid door een tedere traverso. Onschuld is immers altijd uitermate kwetsbaar.

De echte onschuld wordt dikwijls vermoord. Maar zij staat telkens weer recht. En in de verrezen Jezus definitief. De vermoorde onschuld wordt er definitief de opgestane onschuld.

Frans Van Looveren.

Hoe kwetsbaar is de onschuld, en onverwoestbaar…

Aria, volgend op:
‘Er hat uns allen wohl getan’
Uit liefde wil mijn Heiland sterven,
– met zonde heeft hij niets van doen –
opdat het eeuwige verderf
en de straf van het gericht
niet op mijn ziel zou blijven rusten.
Aus Liebe will mein Heiland sterben,
– von einer Sünde weiß er nichts –
    Dass das ewige Verderben
    Und die Strafe des Gerichts
    Nicht auf meiner Seele bliebe. 

Gebed (voorbeden)

Heer onze God,
Gij die wil dat de kinderen tot U komen,
wij bidden U vandaag
voor alle onschuldige kinderen
die honger moeten lijden,
kinderen die moeten sterven
door geweld of ontbering.
Wij bidden U voor kinderen
die met hun ouders moeten vluchten uit hun land
en hun ouders onderweg verliezen,
voor de kleine Aylans van deze wereld
die onderweg verdrinken in de ruime zee.
Wij bidden U voor de straatkinderen
in de favella’s van Latijns-Amerika,
die lukraak neergeschoten worden
door de politie.
Wij bidden U voor alle kinderen
die misbruikt werden of nog worden
ook door hen die zich ‘uw dienaars’ noemen.
Wij bidden U voor alle kinderen
die geen onderwijs kunnen of mogen krijgen.
voor kinderen met een lege brooddoos in de klas.
Voor alle kinderen die omwille van corona
opgesloten zitten
in hun veel te klein en tochtig appartement.

En wij bidden ook voor alle ouders
dat zij hun kinderen beschermen
tegen alles wat hen kan bedreigen,
dat zij hen alle ruimte en kansen geven
om te groeien naar een goed en zinvol leven.

En wek de ‘drive’ bij onze beleidsmakers
om kinderarmoede, geweld tegen kinderen
ongedaan te maken en te voorkomen.
Vandaag en morgen,
zolang er kinderen zijn op deze wereld.
Het zij zo. Amen.


Postscriptum

Het Kerstverhaal van Mattheüs eindigt niet met de kindermoord. Het eindigt met het bericht dat Jozef zich vestigde in Nazareth in Galilea. Zoals al gesuggereerd in de meditatie kun je dit verhaal ook theologisch lezen, d.w.z. als een ‘allegorie’. Dan wordt hier op subtiele wijze het verhaal van de Exodus hernomen en valt op dit gruwelijke lijdensverhaal een Paaslicht. Het wordt een Paasverhaal met als spilfiguur: Jozef. Hij is degene die tot tweemaal toe door een engel wordt aangemaand om ‘op te staan’. Eerst om naar Egypte te vluchten en dan om uìt Egypte te trekken… Beide malen moet hij ‘het kind en zijn moeder meenemen’. Jozef is hier een tweede Mozes. Het gaat om uittocht, doortocht, intocht.
Voor de liefhebbers: in de toonzetting van het Kerstverhaal breidt Heinrich Schütz het appèl van de engel tweemaal uit tot een korte aria, een ‘intermedium’: ‘Stehe auf, stehe auf, Joseph ‘. De sopraanstem wedijvert (concerteert) met de viool om Joseph te laten opstaan. En het lukt. Na de uittocht uit Egypte vestigt de heilige familie zich in het land Israel… (wat had u gedacht!) maar verrassing: niet in Judea, maar in Galilea, in Nazareth. Daarmee is het verhaal van Mattheüs afgelopen. Schütz (of beter de schrijver van zijn libretto) voegt echter nog een vers toe, genomen uit het Kerstverhaal van Lukas, waarin de geestelijke ontwikkeling van Jezus op schitterende wijze wordt samengevat (Lukas 2:40):
En het kind groeide op
en nam toe in geestkracht;
het werd vervuld van wijsheid
en de genade Gods rustte op Hem. 
Schütz heeft deze zin op fenomenale wijze getoonzet om dan vervolgens alle instrumenten en zangers te laten samen stesmmen in een dankzegging aan God. De fragmenten kunt u in onderstaand excerpt beluisteren:

Het hele kerstverhaal getoonzet door Schütz: vindt u in deze playlist