Een kerstbrief van de Goede Herder

Komt allen tezamen . Hoe vreemd om met dit lied te beginnen: Samenkomen is immers nu net datgene wat we op deze kerstdag niet mogen doen. Niet zozeer omdat VDB dat zegt, maar omdat we zorgzaam willen zijn en blijven, voor onszelf, onze naasten (de nabije gekenden, maar ook degenen die we niet kennen. Dat is solidariteit). Toch houden we elkaar vast, zoeken we verbinding. Ook al kan het vaak enkel online. Adeste fideles ! De: We komen tezamen niet met een plechtige intrede en optocht, maar stemmig, choraliter, spiritualiter, ‘verbonden in de Geest van Christus’. Pastor Lucas deelt in het midden enkele gedachten van Jezus met ons…

Origineel (17de/18de eeuw)Nederlandse vertaling
Adeste fideles,
Laeti triumphantes,
Venite, venite in Bethlehem.
Natum videte Regem angelorum,
Venite adoremus (ter) Dominum.
Komt allen tezamen,
jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de Vorst der eng’len hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden (3x) die Koning.
En grege relicto
Humiles ad cunas
Vocati pastores approperant
Et nos ovanti gradu festinemus
Venite adoremus (ter) Dominum
De hemelse eng’len
riepen eens de herders
weg van de kudde naar ’t schamel dak.
Spoeden ook wij ons met eerbied’ge schreden!
Komt, laten wij aanbidden (3x) die Koning.
Aeterni parentis
Splendorem aeternum
Velatum sub carne videbimus
Deum infantem pannis involatum
Venite adoremus (ter) Dominum
Het licht van de Vader,
licht van den beginne,
zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees:
Goddelijk Kind, gewonden in de doeken!
Komt, laten wij aanbidden (3x) die Koning.
Pro nobis egenum
Et foeno cubantem
Piis foveamus amplexibus
Sic nos amantem quis non redamaret
Venite adoremus (ter) Dominum.
O Kind, ons geboren,
liggend in de kribbe,
neem onze liefde in genade aan!
U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden (3x) die Koning.
Nederlandse vertaling: C.B. Burger en J.W. Schulte Nordholt

Ochtendgebed voor de dag van Kerstmis

Dag werd het,
lieve God
en wij weten van Licht
maar niet minder van de nacht
die nog niet scheurt.

Gloria zingen wij,
maar ook voor wie
niet meer zingen kan

Het huis en het hart zoeken wij
waar uw menslievendheid
opnieuw geboren wordt,
maar de weg naar Bethlehem
versperren wij voor elkaar.

Een kind aanbidden wij
maar zijn straks alweer vergeten
wat klein en weerloos is
zijn waarde te geven.

Hoe vieren wij
dt gij onze ongeneeslijke wereld
nog altijd niet
aan zijn lot overlaat?

auteur: Sytze de Vries

Het kerstevangelie volgens Lukas

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam.

Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, 7en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken.

De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias,  de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ‘Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’

Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd.

Lukas 2:1-20

Kerstlied: Es ist ein Ros entsprungen (Er is een roos ontloken)

Calmus Ensemble (Berlin)

Homilie

Brief van Jezus de Nazarener aan de Christenen van Antwerpen

Mijn goede vrienden,
Ik wil jullie echt bedanken om weer eens aan mij te hebben gedacht ter gelegenheid van mijn verjaardag. Jullie houden mij hierdoor al 2020 jaar levend; ook al werd ikzelf maar 33 jaar oud. Niemand anders valt na zoveel tijd die eer te beurt. Ik had het zelf ook nooit durven hopen. Ik zie het trouwens van hieruit elk jaar weer gebeuren want waar ik nu ben geldt er geen tijd. Jullie noemen zoiets “eeuwigheid” geloof ik. Mijn goede vriend Petrus spreekt in zijn brief over:” Duizend jaren zijn als één dag en één dag is als duizend jaren”. Ondanks dat verschil in tijdsbesef zie ik nog wel degelijk wat er zich bij jullie afspeelt.
De laatste periode was trouwens heel moeilijk. Dat doet mij pijn alsof ik opnieuw gekruisigd word. Ik merk zoveel eenzaamheid en angst overal in de wereld. Ik doe mijn best om jullie op zo’n momenten te troosten met mijn nabijheid. Het is echter soms moeilijk om doorheen het pantser te dringen van eenzame zielen. Ik sta aan de deur en klop. Je hoeft niet bang te zijn om de deur open te doen. Ik weet heus ook wel wat eenzaamheid betekent. Ik had heel moedige vrienden tijdens mijn aardse leven. Maar als het erop aan kwam lieten de meesten mij in de steek. De één verloochende mij, de ander verraadde mij en de rest viel in slaap. Neen, niet allemaal, toegegeven. Mijn lieve Johannes, de jongste van de club trouwens, die bleef bij mij. Mijn mamma ging ook wenend met mij mee en Maria van Magdala zeker. Ik denk dat zij een oogje op mij had.
Ja, echte, trouwe vrienden die heb je niet zoveel hoor. Eentje is soms al genoeg om de ellende door te komen. En er is ook muziek. Jullie moeten eens op een gewone zondag, zonder virussen bedoel ik, naar de St. Norbertuskerk komen. Daar eren ze mij met prachtige muziek. In mijn tijd was een herdersfluit het enige instrument dat ik kende. Daar, in Norbertus, staan er twee orgels en de koren zijn er legio. Ewel, die schoonheid dringt door tot in de hemel. Heel erg ontroerend mooi. Je moet nu weer niet beginnen wenen omdat dat allemaal voorbij is. Ach kom, die tijd komt heus wel terug hoor. Nu even niet, maar daarna geniet je er dubbel van, dat beloof ik.
Eer het zover is zitten we in de woestijn. Ik kwam daar ook vaak. Leegte, het grote niets, de diepe hunkering, de verleiding… ik ken het allemaal wel. Jullie nu ook. Maar eens komt de grote zomer, zeker. Daar zien we elkaar weer. Dan zullen we zingen en lachen en dansen alsof dat hele virus nooit heeft bestaan.

Goede moed. Ik bid voor jullie allemaal,
Jezus.

Naar het evangelie door Lucas Lissnyder


In dulci jubilo

Maar eens komt de grote zomer, zeker. Daar zien we elkaar weer. Dan zullen we zingen en lachen en dansen alsof dat hele virus nooit heeft bestaan...

Zo eindigde de ‘meditatie’ van Pastor Lucas Lissnyder. Welnu: hier een lied dat daarvan reeds een voorsmaakje geeft. Het werd in de Middeleeuwen en de vroege moderne tijd vaak als slotlied gezongen in de hoofd-kerstmis. En dan mocht iedereen meedoen, inclusief de trommelaars, dansers en trompetters… En niet te vergeten: de kinderen.

het is een traditioneel kerstliedje met een macaronische tekst, d.w.z. een mengeling van Latijn en volkstaal (i.c. oud-Duits). De overlevering zegt dat de auteur (14de eeuw) in een visioen engelen hoorde zingen die hem opriepen om met hen mee te zingen en te dansen in aanbidding voor het Christuskind. Dit lied is hiervan dan de neerslag. Als je het zingt, moet je niet zingen met je verstand, maar met je gevoel. Je hebt immers zopas een glimp opgevangen van Gods liefde voor de mensen. Dat kan prima in het de Middelnederlandse versie

versie ca. 1440Middel-Nederlands
In dulci jubilo,
Nun singet und seid froh!
Alle unsre Wonne
Liegt in praesepio
Sie leuchtet wie die Sonne
Matris in gremio
|: Alpha es et O. 😐 
In dulci jubilo,
singhet ende weset vro
Al onse herten wonne,
leit in presepio
Dat lichtet als die sonne,
in matris gremio
Alpha es et o. 
O Jesu parvule,
Nach Dir ist mir so weh.
Tröst mir mein Gemüte,
O puer optime,
Durch all Deine Güte,
O princeps gloriae.
|: Trahe me post te. 😐
O Jesu parvule,
nae di is mir so wee
Nu troost al mijn ghemoede,
tu puer inclyte
Dat staat in dijnre hoede,
tu puer optime
Trahe me post te.
Ubi sunt gaudia?
Nirgend mehr denn da,
Wo die Engel singen
Nova cantica,
Und die Harfen klingen
In regis curia.
|: Eia, wär’n wir da! 😐
Ubi sunt gaudia,
nerghent anders waer
Dan daer die eng’len singhen,
nova tripudia
Daer hoort men snaren clinghen,
in regis curia
Eia qualia. 
Selectie uit de coupletten. Meer info: https://dick.wursten.be/indulcijubilo.htm

In 1975 scoorde Mike Oldfield een wereldhit met een vrolijke up-tempo versie van dit liedje. De videomontage was bijzonder origineel, maar roept vandaag toch andere gevoelens op. Echter: de levensvreugde laten we ons niet ontnemen: God is mens geworden! Waarom zouden wij dat dan ook niet proberen…. mens-worden, zoals God het ons heeft voorgedaan. Op deze positieve noot eindigen we deze virtuele Kerstviering.

Zegenbede

Moge de vrede van God, die alle verstand te boven gaat
uw harten en zinnen bewaren
van nu aan tot in eeuwigheid


Naspel: ’t Is geboren het goddelijk kind

Geniet nog even van dit prachtige Franse kerstliedje in de onovertroffen uitvoering van Herman van Veen en Ton Koopman (net als Mike Oldfield’s hit hierboven, uit 1975).